Verslag orgelreis Stichting Groningen Orgelland 2025
De jaarlijkse internationale orgelreis van de Stichting Groningen Orgelland had deze keer Denemarken als bestemming. Op de heen- en terugreis bezochten we als tussenstop ook nog drie orgels in Noord-Duitsland. Een mooi affiche, hetgeen ook bleek uit de grote hoeveelheid aanmeldingen. De bus was vol en er was zelfs nog een wachtlijst. De organisatie was weer in de vertrouwde handen van Ard Lukassen en Jan Smid en voor de artistieke leiding waren Sietze de Vries en Wietse Ouwejan verantwoordelijk, waarbij Wietse de nodige uitleg gaf en Sietze de orgels bespeelde.
De hoeveelheid informatie in het lijvige programmaboek was groot, maar alles was heel nuttig en interessant. Wietse Ouwejan verdient zeker een pluim voor zijn grote bijdrage hieraan! Ook wist het duo Wietse en Sietze de microfoon van de bus goed te vinden om de deelnemers van aanvullende informatie te voorzien, of om veelgestelde vragen te beantwoorden. Dit droeg in grote mate bij aan het succes van de orgelreis.
Orgelreis 2025
-
Maandag
-
Dinsdag
-
Woensdag
-
Donderdag
-
Vrijdag
-
Zaterdag
Zodra iedereen in de bus zat, werden de programmaboeken uitgereikt. Meteen werd het stil in de bus, want iedereen had veel leeswerk te doen. Voordat we het wisten, waren we al in Altenbruch, waar de eerste tussenstop plaatsvond. Toen Wietse aan Sietze vroeg om het rugwerk van het orgel in de Nicolaikirche te demonstreren was meteen de toon gezet voor deze orgelreis. Wat een prachtige klank en wat een goed begin van de orgelreis.
Daarna bezochten we ook nog het orgel van de Nicolaikirche in Otterndorf; hetgeen natuurlijk niet helemaal eerlijk is, want als je net daarvoor het orgel in Altenbruch hebt bezocht valt daarna natuurlijk bijna alles een beetje tegen. Dat was nu ook zo, maar dat mocht de pret niet drukken. Via een overtocht per veerpont kwamen we aan het eind van de dag aan in Haderslev, waar zich ons hotel bevond.
Op dinsdag bezochten we drie zogenaamde “Universalorgels”, namelijk in de kerk te Løgumkloster, de Dom in Ribe en de Dom in Haderslev. Een Universalorgel is een orgel waarop je alles kunt spelen. Meestal betreft het een orgeltype dat zo is geïntoneerd dat alles goed mengt en dat het zich kan voegen naar een divers orgelrepertoire. Nadeel is dat de klank daardoor aan de saaie kant is en dat je eigenlijk bij elke stijlperiode net niet helemaal aan je trekken komt.
In Løgumkloster deed alleen het borstwerk nog denken aan het vorige orgel dat in deze kerk stond en dat een veel uitgesprokener karakter had. Het orgel in de Domkirke in Ribe overtuigde veel meer, omdat de afzonderlijke registers niet helemaal plat waren geïntoneerd, maar nog een mooie voorspraak hadden behouden. Het orgel in Haderslev viel vooral op door de enorme hoeveelheid knopjes, maar niet zozeer door de klank. Uiteraard improviseerde Sietze dermate overtuigend, dat onder zijn handen ook de Universalorgels nog indrukwekkend klonken, dus konden we ’s avonds aan het diner toch nog spreken van een geslaagde dag.
Op woensdag bezochten we eerst de Klosterkirke in Mariager. Hier bevindt zich een orgel van Barnard Aubertin uit 2010, dus kon Sietze mooi zijn Franse barokimprovisaties kwijt. Hoogtepunt was een vijfstemmige improvisatie van Sietze, waarin hij zijn kunnen als improvisator optimaal ten toon wist te spreiden. In de Domkirke in Aarhus stond ons weer iets heel anders te wachten. Sommige deelnemers klaagden erover dat het vroeg-20e-eeuwse klanktype dat onze oren bereikte totaal niet paste bij de fantastische, barokke orgelkas. Dat mag dan zo zijn, maar toch was het een zeer indrukwekkend geheel. Vooral de Tuba’s, die het complete volle werk van het orgel nog ruimschoots konden overstemmen, hadden een groot effect in de ruimte en trokken de aandacht van de luisteraars op een indringende wijze. De dag werd afgesloten met weer een wat langere busreis via de bruggen over de Kleine en Grote Belt, naar Roskilde, waar zich ons tweede hotel bevond.
Dit was de Kopenhagen-dag, waarop we vier orgels in deze stad bezochten. Hoe kun je een dag mooier beginnen dan de noordbeuk van de Grundtvigskirke binnenlopen? Deze overweldigende ruimte maakt meteen veel indruk. In deze kerk bevinden zich twee orgels van Marcussen; een groot orgel uit 1965, dat zich qua intonatie vrij snel weer als Universalorgel aan ons ontvouwde. Veel meer klanktechnisch plezier konden we beleven aan het koororgel uit 1940. In de Trinitatiskirke konden we wederom twee orgels beluisteren: een interessant laat-18e-eeuws Italiaans orgel en een Marcussenorgel uit 1956, met latere wijzigingen om het orgel een meer Universalkarakter te geven. Gelukkig had Jochem Schuurman, die dit jaar voor het eerst mee was met de reis, zulke goede improvisatie-opdrachten aan Sietze gegeven (die Sietze ook met verve uitvoerde), dat dit orgel toch nog heel goed uit de verf kwam!
In de Gernisonskirke konden we luisteren naar een prachtige, geïmproviseerde koraalfantasie in Noord-Duitse barokstijl op het door Carsten Lund gereconstrueerde Kastensorgel. Ten slotte mochten we één van de absolute hoogtepunten van deze orgelreis beleven in de Jesuskirken, waar Sietze op ontroerende wijze improviseerde over “Meester, men zoekt U wijd en zijd” en Psalm 141 op het fantastische Cavaillé-Coll-orgel. Deze improvisatie zal nog lang in ons geheugen gegrift staan!
Tja, we hadden vanuit ons hotel in Roskilde de Dom natuurlijk allang zien staan, maar pas op vrijdagochtend gingen we er dan eindelijk naar binnen. Bij alle deelnemers was natuurlijk bekend dat het orgel in deze kerk van tevoren al als hoogtepunt van de orgelreis gezien werd. En we werden niet teleurgesteld door alle pracht en praal. Alles werkte hier mee: de fraaie orgelklank, de uitstekende ruimte en natuurlijk het bijpassende spel van Sietze. Ook hier geldt: het orgel dat je daarna gaat beluisteren kan eigenlijk alleen maar tegenvallen. Helaas gold dat ook voor het orgel in de Mariaekirke in Helsingør, maar kun je dat het orgel kwalijk nemen?
Deze dag werd afgesloten in de Slotskirke Frederiksborg in Hillerød, alwaar zich het beroemde Compeniusorgel bevindt. Dit orgel is curieus, omdat het geheel uit hout vervaardigd is en veel sierlijk houtsnijwerk bevat, rijk bekleed met ivoor en voorzien van zilveren registerknoppen. Kosten noch moeite zijn gespaard, kun je wel zeggen. De klank is ook curieus: veel piepende fluitjes en krakende tongwerkjes.
Op de terugreis maakten we nog een tussenstop in Hamburg, om de St. Jacobikirche te bezoeken. Dat was een heerlijk toetje na deze geweldige orgelreis. Het orgel in deze kerk verveelt geen moment en Sietze liet nog eenmaal zijn beste improvisatiekunsten horen. Wietse besloot de reis met een ontroerend gedicht, waarin hij afscheid nam van Denemarken, de orgels, Sietze en de overige medereizigers. Hopelijk, bij leven en welzijn, tot volgend jaar!












