Menu Sluiten

Eva Saladin & Dirk Börner

Eva Saladin & Dirk Börner

Eva Saladin & Dirk Börner

door
90 90 people viewed this event.

Muziek tussen de stijlen in – vioolrepertoire uit het midden van de 17de eeuw, met Eva Saladin (viool) en Dirk Börner (klavecimbel).

Aanvullende informatie

Toegang - € (standaard) 20

Verdere informatie

Programma

Marco Uccellini (1603/1610-1680)
uit Sonate, Correnti et Arie op. 4 (Venetië 1645)
Sonata over Toccata Quinta “Laura Rilucente”

Giovanni Antonio Pandolfi Mealli (1624-1687)
uit Sonate à Violino solo op. 4 (Innsbruck, 1660)
Sonata Terza “La Monella Romanesca”

Giovanni Antonio Pandolfi Mealli
uit Sonate à Violino solo op.3 (Innsbruck, 1660)
Sonata Quarta “La Castella”

Johann Jacob Froberger (1616-1667)
Toccata III in G-groot uit Libro Secondo, 1649
Capriccio III G-klein uit Libro Quarto, 1656

Antonio Bertali (1605-1669)
uit Partiturbuch Ludwig (Handschrift, ca. 1662)
Sonata 25 in a-klein

-Pauze-

Marco Uccellini
uit Ozo Regio op. 7 (Venetië 1660)
Sonata Seconda

Dirk Börner
Partite sopra la Romanesca

Giovanni Antonio Pandolfi Mealli
uit op. 4
Sonata Prima “La bernabea”

Antonio Bertali
uit Partiturbuch Ludwig
Ciaccona

 

Achtergrond

Het centrale jaar van dit concertprogramma is 1660, het jaar waarin zowel Antonio Pandolfi Mealli als Marco Uccelini hun bekendste bundels met vioolsonates publiceerden. Het repertoire voor soloviool uit het midden van de 17de eeuw heeft een speciale status in de muziekgeschiedenis, die eigenlijk niet eens een status is, omdat deze tijd niet als stijlperiode is geclassificeerd: hij ligt slechts tussen twee zeer belangrijke tijdperken van vioolrepertoire in. De tijd ervóór wordt gekenmerkt door de vroege 17de-eeuwse Venetiaanse en Noord-Italiaanse tradities, toen componisten als Dario Castello en Biagio Marini een instrumentale stijl etableerden en zelfs expliciet muziek voor viool componeerden (het was in die tijd nog gebruikelijk, dat muziek door meerdere instrumenten met dezelfde toonomvang gespeeld kon worden). In de tweede helft van de zeventiende eeuw ontstond er vervolgens in Zuid-Duitsland en Oostenrijk een andere zeer vruchtbare periode in de geschiedenis van de vioolmuziek, die begon bij Johann Heinrich Schmelzer en werd voortgezet door o.a. Johann Jakob Walther en natuurlijk de beroemde Heinrich Ignaz Franz Biber.

De drie violisten Antonio Pandolfi Mealli, Antonio Bertali en Marco Uccellini waren allemaal opgegroeid in Noord-Italië en onderwezen bij de meesters van de plaatselijke muziektraditie, maar gingen hun eigen weg tegen het midden van de eeuw, toen de stijlen begonnen te verschuiven. Uccellini bleef in Italië werken als hofmusicus in Modena en Parma, en bleef componeren in een soort “antieke” stijl, met veel contrapunt, delen met een toccata- of canzona-achtig karakter, en ter afwisseling lichtvoetige danspassages. Zijn muziek is harmonisch avontuurlijk en neemt altijd onverwachte wendingen. Bertali en Mealli vertrokken daarentegen beide naar Oostenrijk: de eerste werd een belangrijke naam in Wenen, de laatste in Innsbruck. Ze waren getuige van de ontwikkeling van de bovenvermelde Oostenrijkste viooltraditie, en beïnvloedden deze zeker met hun Italiaanse achtergrond.

Mealli publiceerde in Innsbruck twee boeken met vioolsonates. Zijn muzikale taal is lyrisch en minder polyfoon, met expressieve momenten waarin de versieringen zijn uitgeschreven. Hij gebruikt ook vaak een ostinato-bas, wat weliswaar in de hele 17de eeuw populair was, maar zich vooral tot één van de belangrijkste kenmerken van de Oostenrijkste stijl ontwikkelde. In bijna elke sonate van Biber of Schmelzer is er wel een deel met variaties over een bas te vinden: zijn ofwel oude bekende basmodellen als de Passacaglia of Romanesca, of een zich herhalende baslijn die door de componist zelf is geschreven.

Het grootste deel van Bertali’s werken werd nooit gepubliceerd en is verspreid over verschillende handgeschreven bronnen. Het Partiturbuch Ludwig, een collectie van meer dan honderd instrumentale stukken uit de 17de eeuw, die rond 1662 gereedkwam, bevat vele van Bertali’s vioolsonates: één ervan is een serie van variaties over de Ciaccona, een ander traditioneel basmodel dat in vele bekende composities voorkomt. Het model wordt door de verschillende componisten op alle mogelijke manieren ingezet, maar de versie van Bertali is één van de meest opzienbarende voorbeelden, met een tweeslachtig ritme, verschillende tempo- en karakterwisselingen, en een  spectaculaire rit door alle gebruikelijke toonsoorten in een paar maten. Deze Ciaccona komt zelfs voor in meer dan één bron, wat heel gemakkelijk te verklaren is: als Bertali deze sonate op meerdere locaties gespeeld heeft, speelde hij zeker nooit twee keer precies hetzelfde, omdat hij natuurlijk over het basmodel improviseerde.

De toetsenvirtuoos Johann Jakob Froberger, geboren in Stuttgart in 1616, is ook een voorbeeld van een componist die met één been in de vroege 17de eeuw staat, maar bijdroeg aan de ontwikkeling van nieuwe genres zoals de danssuite voor klavecimbel. Zijn muziek is ook vaak programmatisch (ofwel: vertelt een verhaal of beeldt iets uit) wat eveneens een belangrijk element van de muziek in de tweede helft van de 17de eeuw werd. Froberger werkte gedurende het grootste deel van zijn leven aan het Weense hof, maar hij reisde vaak door Europa om verschillende centra van het muziekleven te bezoeken. Er is van zijn composities bijna niets gepubliceerd: het meeste ervan overleefde in enkele losse manuscripten of verspreid over collecties. Het was in de zeventiende eeuw niet ongebruikelijk om een sonate op te dragen aan een vriend, een werkgever, een collega, of een meisje. Mealli’s titel “La Castella”, bijvoorbeeld, is een verwijzing naar Dario Castello, één van Mealli’s leermeesters en voorbeelden tijdens zijn studie in Venetië. Uccellini zou zijn “Laura Rilucente” kunnen hebben gewijd aan een sprankelende dame, en Mealli’s “Monella Romanesca” (een stout meisje uit Rome) is werkelijk gebaseerd op het Romanesca-ostinato.

Wat de muziek van deze componisten verbindt, zijn de elementen van de stylus fantasticus met hun grilligheid en effectvolle virtuositeit. Als muziek idiomatisch geschreven is, klinkt het instrument op zijn best, en technische uitdagingen staan in dienst van de muzikale expressie.

Meld u aan of bestel tickets via onderstaande link. Staat er geen link, dan is de toegang vrij of kunt u tickets aan de deur kopen. https://www.musicaantiquanova.nl/ →

 

Datum en tijd

06-03-2022 om 15:00

Deel dit bericht